“Ik vind het fantastisch te kijken naar de vraag achter het gedrag van cliënten om zo escalaties te voorkomen. Om ervoor te zorgen dat ze zich veilig voelen, een nuttige dagbesteding hebben en zichzelf kunnen ontwikkelen”, zegt Jerry Barends van De Fender. “In combinatie met het samen klussen, zit ik hier helemaal op mijn plek.”
Jerry werkt al 16 jaar bij De Zijlen en is op dit moment coördinator Dagbesteding. “Cliënten werken bij ons vooral met hout. Pallets uit elkaar halen, aanmaakhoutjes kloven en aanmaakblokjes maken. We onderhouden het terrein, doen boodschappen voor groepen die dat zelf niet kunnen. Ik begeleid de activiteiten en zorg dat er voldoende te doen is. De klussen moeten niet te ingewikkeld zijn en nuttig voor een ander. We zijn trots op onze samenwerking met sloopbedrijf Dusseldorp waar vier cliënten onder begeleiding werken. Ze halen spijkers uit sloopbalken, zodat deze gerecycled kunnen worden. Dan heb je het echt over betekenisvol werk.”
Als de spanning oploopt
Op De Fender kan het voorkomen dat de spanning bij cliënten oploopt. Dit kan leiden tot agressie. Hoe ziet Jerry dat? “De incidenten blijven altijd bij mensen hangen, in de praktijk valt het mee. Er wonen hier 21 mannen met moeilijk verstaanbaar gedrag, autisme, ADHD, een sociaal-emotioneel niveau tot 36 maanden en/of een verstandelijke beperking. Ze hebben problemen in de prikkelverwerking, waardoor ze agressie kunnen laten zien naar zichzelf en naar ons. Mensen zeggen dat het daardoor topsport is om hier te werken. Zelf ervaar ik dat niet zo, ook door mijn jarenlange ervaring. De Triple C methode helpt ons te kijken naar de vraag achter het gedrag. Als een escalatie komt door onduidelijkheid in het dagprogramma, moeten wij zorgen voor duidelijkheid. Ook zijn we er als team voor elkaar. Vaak zie of voel je een escalatie aankomen. Ik ben alert op mijn eigen veiligheid en die van anderen. Dan kan ik bijvoorbeeld een collega bellen ter ondersteuning of in nood op de pieper drukken.”
De Triple C-methode werkt heel goed bij de Fender
Triple C
Hoe werkt de Triple C methode? “Ik zal proberen dat in het kort uit te leggen”, lacht Jerry. “De drie C’s staan voor Cliënt, Coach en Competentie. De coach is de begeleider en de competentie is de activiteit in het dagprogramma, van brood smeren tot houtbewerken. Je laat de cliënt zoveel mogelijk het gewone leven ervaren door activiteiten te doen. Je bouwt hiermee aan competenties en tegelijkertijd aan de relatie. Als je één van de drie C’s weghaalt, ontstaat er te veel afhankelijkheid tussen de andere C’s. Is er bijvoorbeeld geen activiteit, dan wordt de cliënt te afhankelijk van de coach. De activiteit sluit aan bij de behoefte van de cliënt. Als je in die behoeftes voorziet, zal de cliënt meer rust ervaren en zal het ‘probleemgedrag’ afnemen. Dit zorgt uiteraard ook voor minder escalaties. Is er toch sprake van een escalatie, dan ben je er als begeleider voor de cliënt. De begeleiding is onvoorwaardelijk. Deze methode werkt heel goed bij De Fender. Nadeel is wel dat we nu veel ZZP’ers en uitzendkrachten hebben. Zij worden meegenomen in de methodiek, maar zijn te weinig aanwezig om een relatie op te bouwen en de herkenbare ritmes aan te houden. Dan komt de nadruk op de relatie te liggen: vind ik jou aardig of niet, wat mag ik wel of niet bij jou? Dat leidt tot onrust.”
"Dan ligt het misschien wat minder strak in de kast, maar prima toch?”
Ouders
Zou de hulp en betrokkenheid van ouders en verwanten hierin uitkomst kunnen bieden? “Dat zal maatwerk moeten zijn”, zegt Jerry. “Wat kan de cliënt aan, wat kunnen ouders en andere gezinsleden fysiek en mentaal aan, en wat past hier? Ouders zouden denk ik wel kunnen koken, wandelen, meegaan naar zwemmen of voetbal. Dan kunnen wij op de groep blijven. Maar het kan voor cliënten ook verwarring opleveren als er opeens een ouder rondloopt, maar jouw ouder er niet is. En als cliënten escaleren en wij nemen het over, dan is dat voor ouders niet altijd prettig om te zien. Op termijn is het wel iets wat we kunnen onderzoeken. Helemaal als we het rooster niet meer rondkrijgen.”
Leuke momenten
Ouders zijn nu al goed betrokken bij De Fender. Ze hebben inspraak in de LMR en CMR. Ook bij sollicitatiegesprekken zitten ouders erbij. Jerry: “Het is belangrijk dat je contact houdt met ouders, dat je naar ze luistert en ze meeneemt in dingen. Dat je niet alleen in gesprek bent als er iets misgaat. Ik stuur zelf regelmatig foto’s van leuke momenten naar ouders. Soms zeggen ouders: ‘Wat eng dat hij met een zaag werkt’. Dan leg ik uit hoe we zorgen voor veiligheid en kom je in gesprek. Die openheid is belangrijk. Zo leer je de cliënt nog beter kennen en kun je beter aansluiten. Als je daarin samen optrekt, kom je op ideeën. Ik zie trouwens ook wel mogelijkheden om cliënten zelf meer te laten doen onder begeleiding. Denk aan boodschappen en de was. Dan ligt het misschien wat minder strak in de kast, maar prima toch?”
"Door jouw houding, een luisterend oor en wat richtinggeven, krijg je hem weer ontspannen."
Hart
Jerry denkt in mogelijkheden, dat is duidelijk. Zo werkt hij ook voor zijn cliënten. “Coachen, gedrag bestuderen, pionieren, kleine stapjes zetten. Soms merk ik dat een cliënt zijn verhaal kwijt moet. Je weet niet welke kant het gedrag op gaat. Door jouw houding, een luisterend oor en wat richtinggeven, krijg je hem weer ontspannen. Als hij dan zegt dat hij blij met je is en je krijgt een knuffel, dat is zo mooi. Laatst stond een cliënt erbij toen we een bed wilden verplaatsen dat zat vastgekit aan de grond. We kregen het bed onmogelijk los maar uiteindelijk lukte het. De cliënt stond te juichen en te springen, met de armen in de lucht alsof hij wereldkampioen was geworden. Collega’s gaven hem een high five. Zelfs de schilder die erbij stond, juichte mee. Dan smelt je gewoon. Voor die momenten doe je het.”